Gehaakte viooltjes
Fijne viooltjes voor echte kenners van kamerplanten. Liefhebbers van bloeiende flora en allerlei miniatuurplanten, maar ook van nette composities van natuurlijke materialen, zullen zich niet alleen verheugen bij het zien van deze bloem, maar zullen deze plant nog lang bewonderen. Het ziet er niet alleen prachtig uit, het vergt ook absoluut geen onderhoud! En gebreide viooltjes zien er altijd fris en esthetisch aantrekkelijk uit.
Om bloemen te maken heb je roze garen nodig met stukjes bont of stof en wit bouclégaren (krulgaren). De bladeren zijn gebreid van gewone, zelfs groene draad. We hebben alle details gebreid met een dunne haaknaald (1,8-2,0 mm).
We verzamelen 6 witte luchtlussen (in. p), die we verzamelen in een ring. Met een witte draad breien we een cirkelvormige toer met vasten (st/st) en nemen de roze draad mee in het werk.
We gebruiken het om kettingen uit de 10e eeuw te maken. p, die we in elke tweede lus van de witte basis bevestigen. Er moeten in totaal 5 bloembladen zijn (halve ringen).
Vervolgens binden we deze bloemblaadjes st./s 1 n, waardoor ons bloemvolume ontstaat.
We maken de omtrek “wit” met witte steken. n over de hele cirkel en creëer dezelfde aderen tussen de bloembladen.
Voor een kleine pot zijn 3-5 bloeiwijzen voldoende.
We breien de bladeren van een gewone ketting, die we eenvoudig aan alle kanten binden. Zijwaartse overgangen moeten glad gemaakt worden (niet scherp naar de boven- of onderkant springen), anders krijgt het blad de vorm van een schotel.
Het wordt gelijkmatig door de constante toename van de zijsteken (waarbij we 4 steken per 1 steek uit één lus in één keer breien).
In de tweede rij maken we twee kleine gaatjes aan de punt van het blad met behulp van kettingen van 3 steken. P.
Aan het einde binden we het hele vel met een st. N.
Je hebt meer bladeren dan bloemen nodig. Deze compositie bevat 7 groene blanco's, maar er kunnen er meer zijn.
Dit is het moment om uw ondersteuningsmateriaal aan te schaffen. Dit:
• een potje yoghurt of een flesje met platte bodem;
• albast;
• koperdraad voor stelen (vanaf 3 mm dik);
• polymeer universele lijm;
• jutetouw;
• een bolletje geel draad om het midden van de bloemen te creëren.
We wikkelen een klein streng geel garen en maken het in het midden vast met een dubbele draaddraad. Vervolgens draaien we beide uiteinden samen, waardoor een elastische en stabiele steel ontstaat.
Deze stengel met een volumineus geel uiteinde rijgen we in de bloem en ‘vergroenen’ deze helemaal.
We bevestigen het vel ook aan een draad, waarvan de uiteinden weer in elkaar worden gedraaid.
Elke stengel moet worden omwikkeld met groene draad (zo strak mogelijk) en altijd tot het einde.
Dan moet je een pot klaarmaken om deze te vullen met vloeibare albast en de bloemen "planten".
We plaatsen ze in het midden van de pot en plaatsen de bladeren langs de buitenrand.
Bedek ten slotte het plastic met lijm, wikkel het plakkerige oppervlak strak en gelijkmatig met touw en de pot is klaar!
Nu kan een huisviooltje niet alleen pronken op een raam waar veel licht is, maar ook in elke donkere hoek van je kamer.
Om bloemen te maken heb je roze garen nodig met stukjes bont of stof en wit bouclégaren (krulgaren). De bladeren zijn gebreid van gewone, zelfs groene draad. We hebben alle details gebreid met een dunne haaknaald (1,8-2,0 mm).
We verzamelen 6 witte luchtlussen (in. p), die we verzamelen in een ring. Met een witte draad breien we een cirkelvormige toer met vasten (st/st) en nemen de roze draad mee in het werk.
We gebruiken het om kettingen uit de 10e eeuw te maken. p, die we in elke tweede lus van de witte basis bevestigen. Er moeten in totaal 5 bloembladen zijn (halve ringen).
Vervolgens binden we deze bloemblaadjes st./s 1 n, waardoor ons bloemvolume ontstaat.
We maken de omtrek “wit” met witte steken. n over de hele cirkel en creëer dezelfde aderen tussen de bloembladen.
Voor een kleine pot zijn 3-5 bloeiwijzen voldoende.
We breien de bladeren van een gewone ketting, die we eenvoudig aan alle kanten binden. Zijwaartse overgangen moeten glad gemaakt worden (niet scherp naar de boven- of onderkant springen), anders krijgt het blad de vorm van een schotel.
Het wordt gelijkmatig door de constante toename van de zijsteken (waarbij we 4 steken per 1 steek uit één lus in één keer breien).
In de tweede rij maken we twee kleine gaatjes aan de punt van het blad met behulp van kettingen van 3 steken. P.
Aan het einde binden we het hele vel met een st. N.
Je hebt meer bladeren dan bloemen nodig. Deze compositie bevat 7 groene blanco's, maar er kunnen er meer zijn.
Dit is het moment om uw ondersteuningsmateriaal aan te schaffen. Dit:
• een potje yoghurt of een flesje met platte bodem;
• albast;
• koperdraad voor stelen (vanaf 3 mm dik);
• polymeer universele lijm;
• jutetouw;
• een bolletje geel draad om het midden van de bloemen te creëren.
We wikkelen een klein streng geel garen en maken het in het midden vast met een dubbele draaddraad. Vervolgens draaien we beide uiteinden samen, waardoor een elastische en stabiele steel ontstaat.
Deze stengel met een volumineus geel uiteinde rijgen we in de bloem en ‘vergroenen’ deze helemaal.
We bevestigen het vel ook aan een draad, waarvan de uiteinden weer in elkaar worden gedraaid.
Elke stengel moet worden omwikkeld met groene draad (zo strak mogelijk) en altijd tot het einde.
Dan moet je een pot klaarmaken om deze te vullen met vloeibare albast en de bloemen "planten".
We plaatsen ze in het midden van de pot en plaatsen de bladeren langs de buitenrand.
Bedek ten slotte het plastic met lijm, wikkel het plakkerige oppervlak strak en gelijkmatig met touw en de pot is klaar!
Nu kan een huisviooltje niet alleen pronken op een raam waar veel licht is, maar ook in elke donkere hoek van je kamer.
Soortgelijke masterclasses
Bijzonder interessant
Opmerkingen (0)