Zuinige lang brandende kachel voor een kas gemaakt van een vat
Om de kas in het voorjaar, als de nachten nog koud zijn maar er geen strenge vorst is, te verwarmen, kunt u een eenvoudige, lang brandende tonkachel gebruiken. Eén lading van drie houtblokken is voldoende om minimaal 12 uur te verwarmen. Zo'n kachel maken is niet moeilijk.
Materialen:
- vat 200 l;
- versteviging 8 mm;
- stalen concentrische adapter 108x89 mm;
- schoorsteenpijp 100 mm;
- montagehoeken – 4 stuks;
- metalen schroeven;
- deurgrendel;
- meubelscharnieren – 2 stuks;
- blik;
- golfkarton.
Het productieproces van de kachel en de kenmerken van de ontsteking ervan
Deze kachel is een ton met een schoorsteenpijp in het deksel en zijdeuren voor het laden van brandhout. Binnenin bevinden zich roosterstaven die uit twee delen op poten bestaan. Er worden verticaal 3 droge houtblokken van 50 cm lang op geïnstalleerd.
Eronder wordt een lamp met dieselbrandstof geplaatst, die ze verlicht.
Het resultaat is een zogenaamde “taiga-kaars” die 12 uur brandt. Om de kachel aan te steken wordt een blikje gebruikt waarin een lont van golfkarton is geplaatst en dat op diesel wordt gestookt.
Voor de vervaardiging van kachelroosters wordt 8 mm wapening gebruikt. Er buigen 2 bogen vanaf.Frames met jumpers worden ervan gelast. Poten van 100 mm hoog zijn op het rooster gelast.
Samen moeten ze, wanneer ze zijn aangemeerd, een cirkel vormen met een kleinere diameter dan de loop.
Aan de onderkant van het vat is een deur uitgesneden. Het wordt geïnstalleerd op 2 meubelscharnieren. Er is een klep aanwezig om deze af te sluiten. De grootte van de deur is zodanig gekozen dat de wielhelften naar binnen kunnen worden gestoken en aan elkaar kunnen worden gemonteerd.
Op de vulopening van de bovenste buis wordt een adapter gelast. De hechting wordt van binnenuit aangebracht.
Bovenop is een schoorsteenpijp geïnstalleerd. Er worden hoeken en schroeven gebruikt om het vast te zetten.
Zo'n kachel zorgt voor een tekort aan zuurstof, waardoor de verbranding matig plaatsvindt. Bovendien draagt de kleine diameter van de vulhals niet bij aan een sterke trek in de schoorsteen. Hierdoor brandt de kachel lang en geeft beetje bij beetje warmte af, zonder dat er plotselinge temperatuurschommelingen ontstaan. Dit is voldoende om de kas in het vroege voorjaar te verwarmen, zelfs tijdens nachtvorst.