Een vrolijke nieuwjaarshaan breien
Zo'n grappig symbool van het nieuwe jaar zal bijdragen aan de stemming van kinderen en volwassenen, de nieuwjaarstafel en de kerstboom versieren en een gedenkwaardig cadeau zijn voor vrienden en geliefden.
Laten we de volgende notaties introduceren: pr - verhogen (we breien twee lussen in een lus), dec - verlagen (we breien twee lussen samen), s/bn - vasten, s/n - stokjes, s/n - kettinghaken .
1/ We breien 6 s/bn tot een magische ring en maken deze vast.
2/ We maken een toename in elke lus, 12 lussen.
3/ We maken een verhoging door één kolom, 18 lussen.
4/ Voeg toe via 2 steken, 24 lussen.
5/ Voeg na 3 steken 30 steken toe.
6/ We maken een verhoging door 4 kolommen, 36 lussen.
7-12/ Geen toevoegingen.
13/ 2 s/bn, dec, 4 s/bn, dec, 18 s/bn, 4 s/bn, dec, 2 s/bn, 33 lussen in totaal.
14/ 1 s/bn, dec, 3 s/bn, dec, 18 s/bn, 3 s/bn, dec, 2 s/bn, 30 lussen in totaal.
15/ 1 s/bn, dec, 2 s/bn, dec, 18 s/bn, 2 s/bn, dec, 1 s/bn, 27 lussen in totaal.
16/dec, 1 s/bn, dec, 18 s/bn, 1 s/bn, dec, 1 s/bn, 24 lussen in totaal.
17/ We herhalen het rapport *2 s/bn, ub* 6 keer, waardoor we in totaal 18 steken maken.Verander bij de laatste mindering de kleur van het garen in wit.
18/ Met wit garen breien we 18 lussen achter de achterwand.
19 en 20/ Geen wijzigingen.
21/ We maken 6 dalingen met rapport *1 s/bn, dec*, er blijven 12 lussen over.
22 en 23/ Geen aftrek.
24/ Voor het hoofd 6 keer met rapport *1 s/bn, inc*, loops 18.
25/ We breien met rapport *2 s/bn, inc*, 24 lussen in totaal.
26 – 30/ Geen toevoegingen, elk 24 lussen.
31/ *2 s/bn, dec* 6 keer, 18 lussen.
32/ *1 s/bn, dec* 6 keer, er blijven 12 lussen over.
We plaatsen het vulmiddel.
33/6 neemt af, d.w.z. Alle lussen zijn twee samen, verbonden en verlaten de punt. Vervolgens spannen we met behulp van naald en draad de resterende lussen achter de voorwanden vast en verbergen de punt.
Sint-jakobsschelp:
• met rood garen breien we een ketting van 6 strengen,
• maak een omslag, steek een haaknaald in de tweede lus en brei 3 keer een rapport *4 s/n in één lus, een verbindende in de volgende*, aan het einde maken we een verbindende lus,
• laat de staart langer om de kam aan het hoofd te naaien.
Ogen:
• naai gewone kralen of halve kralen tussen de 3e en 4e rij van de haankop,
• als er geen kralen zijn, kun je een knoop maken van dikke draden, de punt een beetje verbranden en vastnaaien.
Bek:
• in het geel maken we van 6 s/bn een ring, en we breien daar ook een verbindingslus,
• vastdraaien,
• laat de punt achter voor het naaien,
• we binden de uiteinden,
• we maken nog een deel van de snavel,
• naai tussen de ogen.
Hek. We breien het recht langs het lichaam:
• steek de haak in de voorste lussen op de kruising van de kleurveranderingen op het lichaam,
• brei 1 l, ga in rapport *3 s/n in één lus, verbinden in de volgende*.
Baard. We breien 2 delen:
• maak een ring in rood, 6 s/n erin,
• vastdraaien,
• 2 keer breien met rapport *pr, 2 s/n*,
• in de volgende rij 8 s/n,
• in de vierde rij 1s/n, dec, 2 s/n, dec, 1 s/n,
• zet de draad vast,
• we verbergen de staart erin,
• draai het gat een beetje vast met naald en draad achter de voorwanden,
• aannaaien.
Veren. Ik heb 6 van zulke veren, ze zijn allemaal op dezelfde manier gebreid:
• maak een ketting van 15 l, omslag,
• brei vanaf de derde lus vanaf de haak 6 keer 4 s/n,
• de overige 7 lussen zijn vasten,
• maak 1 l, keer het werk, en vanaf de eerste kolom breien we 7s/n,
• trek de draad eruit en naai beide kanten van het werk met vasten met draad,
• brei de rest van de veren en naai ze vast.
Vleugels:
• we breien 6 s/bn in lila kleur tot een ring,
• in de tweede rij breien we 1 s/bn, inc, 2 s/bn, inc, 1 s/bn,
• in de 3e rij 2 s/bn, inc, 3 s/bn, inc, 1/b, er zullen 10 lussen in de rij zijn,
• We breien de 4e en 5e rij elk 10 s/bn, veranderen de kleur op de laatste lus,
• in de zesde rij breien we 10 steken in blauw,
• in de zevende 2 s/bn, dec, 3 s/bn, dec, 1s/bn,
• in de laatste rij 8 s/bn, zet de draad vast,
• we breien de tweede vleugel,
• naai beide aan het lichaam.
Poten. Elke poot bestaat uit twee vingers:
•voor de vinger in de ring maken we 6 s/bn,
•we breien 4 rijen van 6 s/bn, zetten de draad vast,
• we stoppen alle paardenstaarten erin,
• we breien de tweede vinger op dezelfde manier, we stoppen de punt in, maar knippen de draad niet af,
• in de tweede vinger breien we de eerste 3 lussen,
•verbind de eerste en brei alle 6 lussen erin,
•dan breien we 3 lussen van de wijsvinger, we krijgen een cirkel van 12 lussen,
• in een cirkel doen we 12 s/bn,
•dan breien we elke 2 lussen samen, we krijgen 6 lussen,
• we breien 4 rijen van 6 lussen,
•zet de draad vast, voeg vulmiddel toe,
• gebruik een naald om het gat goed vast te draaien,
•Brei het tweede been en naai het aan het lijf.
De haan is klaar.
Indien gewenst kunt u nog meer details toevoegen. Voor de kerstboom naait u een lus op de kam.
Breitechniek - Lichaam.
Laten we de volgende notaties introduceren: pr - verhogen (we breien twee lussen in een lus), dec - verlagen (we breien twee lussen samen), s/bn - vasten, s/n - stokjes, s/n - kettinghaken .
1/ We breien 6 s/bn tot een magische ring en maken deze vast.
2/ We maken een toename in elke lus, 12 lussen.
3/ We maken een verhoging door één kolom, 18 lussen.
4/ Voeg toe via 2 steken, 24 lussen.
5/ Voeg na 3 steken 30 steken toe.
6/ We maken een verhoging door 4 kolommen, 36 lussen.
7-12/ Geen toevoegingen.
13/ 2 s/bn, dec, 4 s/bn, dec, 18 s/bn, 4 s/bn, dec, 2 s/bn, 33 lussen in totaal.
14/ 1 s/bn, dec, 3 s/bn, dec, 18 s/bn, 3 s/bn, dec, 2 s/bn, 30 lussen in totaal.
15/ 1 s/bn, dec, 2 s/bn, dec, 18 s/bn, 2 s/bn, dec, 1 s/bn, 27 lussen in totaal.
16/dec, 1 s/bn, dec, 18 s/bn, 1 s/bn, dec, 1 s/bn, 24 lussen in totaal.
17/ We herhalen het rapport *2 s/bn, ub* 6 keer, waardoor we in totaal 18 steken maken.Verander bij de laatste mindering de kleur van het garen in wit.
18/ Met wit garen breien we 18 lussen achter de achterwand.
19 en 20/ Geen wijzigingen.
21/ We maken 6 dalingen met rapport *1 s/bn, dec*, er blijven 12 lussen over.
22 en 23/ Geen aftrek.
24/ Voor het hoofd 6 keer met rapport *1 s/bn, inc*, loops 18.
25/ We breien met rapport *2 s/bn, inc*, 24 lussen in totaal.
26 – 30/ Geen toevoegingen, elk 24 lussen.
31/ *2 s/bn, dec* 6 keer, 18 lussen.
32/ *1 s/bn, dec* 6 keer, er blijven 12 lussen over.
We plaatsen het vulmiddel.
33/6 neemt af, d.w.z. Alle lussen zijn twee samen, verbonden en verlaten de punt. Vervolgens spannen we met behulp van naald en draad de resterende lussen achter de voorwanden vast en verbergen de punt.
Sint-jakobsschelp:
• met rood garen breien we een ketting van 6 strengen,
• maak een omslag, steek een haaknaald in de tweede lus en brei 3 keer een rapport *4 s/n in één lus, een verbindende in de volgende*, aan het einde maken we een verbindende lus,
• laat de staart langer om de kam aan het hoofd te naaien.
Ogen:
• naai gewone kralen of halve kralen tussen de 3e en 4e rij van de haankop,
• als er geen kralen zijn, kun je een knoop maken van dikke draden, de punt een beetje verbranden en vastnaaien.
Bek:
• in het geel maken we van 6 s/bn een ring, en we breien daar ook een verbindingslus,
• vastdraaien,
• laat de punt achter voor het naaien,
• we binden de uiteinden,
• we maken nog een deel van de snavel,
• naai tussen de ogen.
Hek. We breien het recht langs het lichaam:
• steek de haak in de voorste lussen op de kruising van de kleurveranderingen op het lichaam,
• brei 1 l, ga in rapport *3 s/n in één lus, verbinden in de volgende*.
Baard. We breien 2 delen:
• maak een ring in rood, 6 s/n erin,
• vastdraaien,
• 2 keer breien met rapport *pr, 2 s/n*,
• in de volgende rij 8 s/n,
• in de vierde rij 1s/n, dec, 2 s/n, dec, 1 s/n,
• zet de draad vast,
• we verbergen de staart erin,
• draai het gat een beetje vast met naald en draad achter de voorwanden,
• aannaaien.
Veren. Ik heb 6 van zulke veren, ze zijn allemaal op dezelfde manier gebreid:
• maak een ketting van 15 l, omslag,
• brei vanaf de derde lus vanaf de haak 6 keer 4 s/n,
• de overige 7 lussen zijn vasten,
• maak 1 l, keer het werk, en vanaf de eerste kolom breien we 7s/n,
• trek de draad eruit en naai beide kanten van het werk met vasten met draad,
• brei de rest van de veren en naai ze vast.
Vleugels:
• we breien 6 s/bn in lila kleur tot een ring,
• in de tweede rij breien we 1 s/bn, inc, 2 s/bn, inc, 1 s/bn,
• in de 3e rij 2 s/bn, inc, 3 s/bn, inc, 1/b, er zullen 10 lussen in de rij zijn,
• We breien de 4e en 5e rij elk 10 s/bn, veranderen de kleur op de laatste lus,
• in de zesde rij breien we 10 steken in blauw,
• in de zevende 2 s/bn, dec, 3 s/bn, dec, 1s/bn,
• in de laatste rij 8 s/bn, zet de draad vast,
• we breien de tweede vleugel,
• naai beide aan het lichaam.
Poten. Elke poot bestaat uit twee vingers:
•voor de vinger in de ring maken we 6 s/bn,
•we breien 4 rijen van 6 s/bn, zetten de draad vast,
• we stoppen alle paardenstaarten erin,
• we breien de tweede vinger op dezelfde manier, we stoppen de punt in, maar knippen de draad niet af,
• in de tweede vinger breien we de eerste 3 lussen,
•verbind de eerste en brei alle 6 lussen erin,
•dan breien we 3 lussen van de wijsvinger, we krijgen een cirkel van 12 lussen,
• in een cirkel doen we 12 s/bn,
•dan breien we elke 2 lussen samen, we krijgen 6 lussen,
• we breien 4 rijen van 6 lussen,
•zet de draad vast, voeg vulmiddel toe,
• gebruik een naald om het gat goed vast te draaien,
•Brei het tweede been en naai het aan het lijf.
De haan is klaar.
Indien gewenst kunt u nog meer details toevoegen. Voor de kerstboom naait u een lus op de kam.
Soortgelijke masterclasses
Bijzonder interessant
Opmerkingen (1)